Zandoog, gedicht

Zandoog

Eens de grijze monnik.
Levend door de wind
haar vast vorm ontving,
is nu gevangen in de polder
waar gier het van de oorsprong wint.

Kaarsrecht en zonder een geweten;
voor de boer de kortste weg.
Het doel helder en beschreven,
in contrast met wat ik doen wil,
ik zoek naar de langste weg.

De polder is ons kunstwerk
en de boeren dragen zorg.
Het riet danst in de sloten
en de dijk – dat is de lijst.

Maar de polder is gevangen,
in de greep van de natuur.
Er wordt gevochten voor het leven;
wat is eerlijk – wat is puur?